Menu

Over de ronding in je schaatsen

Noren zijn in de lengte niet helemaal vlak omdat je anders geen bochten zou kunnen schaatsen. Er zit een hele kleine bolling in het ijzer, die wordt de ronding genoemd. De ronding kan varieren van 19 tot 27 meter. Hoe ronder hoe makkelijker je kunt sturen, maar hoe lastiger je rechtdoor kunt schaatsen. Voor natuurijs adviseren we een vlakke ronding van 25 meter, omdat je weinig bochten hoeft te lopen. Op de ijsbaan ga je vaker de bocht om en adviseren we een kleinere ronding, bv 22 of 23 meter. Ben je gewend om veel te skeeleren of stap je over van hockey- of kunstschaatsen? Dan kun je ook zeker overweg met ronding 21.

Met het slijpen van je schaatsen verdwijnt een stukje van je ronding. Voor harderde (duurdere) ijzers gaat dit heel langzaam en deze hoeven dus niet vaak gerond te worden (~1 x per seizoen). Zachtere ijzers worden sneller vlak en wij adviseren om eens in de 2x slijpen te ronden. Na het ronden moeten schaatsen altijd geslepen worden.

Als je schaatsen onder de roest zitten (bv omdat je ze vergeten bent uit de kunststofbeschermers te halen) of heel erg bot zijn kun je ze het beste eerst door de rondingsmachine laten halen.